Metz MECABLITZ 50 AF-1 digital Olympus User Manual Page 72

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 166
  • Table of contents
  • TROUBLESHOOTING
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 71
72
ń
10 Flitstechnieken
10.1 Indirect flitsen
Door indirect te flitsen wordt het onderwerp zachter verlicht en een anders
nadrukkelijke schaduw gemilderd. Bovendien wordt natuurkundig bepaalde
lichtafval van voor- naar achtergrond verminderd.
Om indirect te kunnen flitsen kan de hoofdreflector van de flitser horizontaal
en verticaal worden gezwenkt. Druk daarvoor op de ontgrendelknop en
zwenk de hoofdreflector . Ter voorkoming van kleurzwemen in de opnamen
moet het reflecterende vlak neutraal van kleur, c.q. wit zijn.
In de normale stand van 0° staat de hoofdreflector vergrendeld.
In geen van de zwenkstanden, behalve 0°, is de hoofdreflector
vergrendeld.
Let er bij het zwenken van de hoofdreflector op dat hij voldoende ver
uitgezwenkt wordt zodat er geen rechtstreeks flitslicht uit de hoofdreflec-
tor meer op het onderwerp kan vallen. Zwenk daarom minstens tot de
60° klikstand. Bij gezwenkte hoofdreflector vindt er in het display
geen aanduiding voor de reikwijdte meer plaats! Als de kop van de
hoofdreflector gezwenkt wordt, wordt deze naar een stand van groter
dan / gelijk aan 70 mm gestuurd, zodat er geen rechtstreeks strooilicht
op het onderwerp kan vallen. Daarbij vindt er ook geen aanduiding van
de flitsreikwijdte en de zoomstand van de hoofdreflector plaats.
10.2 Indirect flitsen met een reflectiekaart
Door indirect te flitsen met de ingebouwde reflectie-
kaart kunnen bij personen spitslichtjes in de ogen
worden verkregen:
• Zwenk de reflectorkop 90° naar boven.
• Trek de reflectiekaart samen met de groothoek-
diffusor boven uit de reflectorkop naar voren.
• Houd de reflectiekaart vast en schuif de groothoekdiffusor terug in de
reflectorkop.
10.3 Dichtbijopnamen / macro-opnamen
In het dichtbijbereik en bij macro-opnamen kan door het parallaxverschil tussen
flitser en objectief onderaan het beeld een schaduwrand ontstaan. Om dit tegen
te gaan kan de hoofdreflector met een hoek van -7° naar beneden worden
gezwenkt werden. Druk daarvoor op de ontgrendelknop en zwenk de hoofd-
reflector naar beneden.
Bij opnamen in het dichtbijbereik moet u er op letten bepaalde minimumaf-
standen aan te houden om overbelichting te vermijden.
De minimale flitsafstand bedraagt ong. 10% van de in het display aan-
gegeven reikwijdte. Als de reflectorkop naar beneden gezwenkt is knip-
pert als aanwijzing daarvoor de aanduiding van de reikwijdte. Let er op
dat bij dichtbijopnamen het flitslicht niet door het objectief afgescha-
duwd wordt!
709 47 0183.A3 50AF-1 Oly 17.12.2010 13:16 Uhr Seite 72
Page view 71
1 2 ... 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 ... 165 166

Comments to this Manuals

No comments